Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel: Véronique kwam me gisteren ontvoeren om samen te gaan lunchen, en ik zag dat eigenlijk wel zitten. Het begint langzaamaan een beetje te beteren: ik kan stappen, ik kan de meeste bewegingen doen, ik kan zelfs zitten, maar werken zal er voorlopig niet inzitten. Vrijdagnamiddag afspraak bij de rugspecialist, op uitdrukkelijke vraag van mijn kinesist die me – letterlijk – al heel haar leven kent en dus ook vindt dat dit niet meer normaal is, dat het te lang duurt.
Maar Véro en ik reden dus naar de Villa Ooievaar, je weet wel, mijn vaste vrijdagse plekje om te lunchen. Ook zij komt er graag, ook al woont ze nu nogal wat verder.
Op hun facebookpagina hadden we gezien dat er mosselen waren voor de rappe – ze koken met voedseloverschotten – en we hadden geluk: er waren er nog! En toen ze ze voor onze neus kwamen zetten, keken Véro en ik even naar elkaar en schoten we in de lach: wat een porties zeg!
We zijn er vol goeie moed ingedoken, maar ik heb me toch moeten laten kennen: het was toch net iets te veel. En dan hebben we nog nauwelijks van de frietjes gegeten, of de béarnaisesaus. En dat allemaal voor tien euro per persoon!
We hadden oorspronkelijk nog aan een dessertje gedacht, maar dat was dus buiten die mosselen gerekend.
Enfin, voor wie Villa Ooievaar nog niet kent: op de baan tussen Mariakerke en Wondelgem, een aanrader. En ik denk dat ik er toch opnieuw elke vrijdag ga zitten, maar dan kwart over één. Wie zin heeft, mag altijd mee aanschuiven!