Ik draag al meer dan dertig jaar steunzolen en ik kan echt niet zonder: als ik langer dan een half uur in gesloten schoenen loop zonder, doen mijn voeten echt gewoon gemeen pijn.
Toen Merel en ik twee weken geleden gingen geocachen, zei ze al vrij snel dat haar voeten pijn deden. Niet als in blaren of zo, maar dieper vanbinnen, zei ze, meer als een soort spierpijn. En eigenlijk was dat al lang: op kamp had ze ook elke keer problemen, vertelde ze. Het waren niet de blaren of een platte teen die haar ambeteerden, de pijn zat dieper.
Tijd voor een afspraak bij Wouter Van Den Broecke, dacht ik zo, de huisorthopedist. Deze avond zaten we dus bij hem, en jawel, Merel heeft de neiging tot X-benen en heeft dus steunzolen nodig, wat ik eigenlijk al dacht.
Ik hoop maar dat ze nog op tijd zijn zodat ze ze wat kan inlopen voordat ze op kamp vertrekt: het is vooral daar dat ze ze nodig zal hebben. En verder vooral blote voeten en goede sandalen, net zoals het bij mij eigenlijk al al die jaren is.
En Merel was eigenlijk best wel opgelucht, moet ik toegeven.
Oh, en daarna dacht ik eraan dat Vallery, die schuin tegenover de dokterspraktijk woont, nog kleren had van Bo die ze wilde verkopen. We zijn dan maar bij hen binnengewaaid en een behoorlijk lang tijdje blijven kletsen, eerst met Eddy, aangezien Vallery pas iets later is toegestuikt, en dan daarna tijdens een passessie. Merel heeft er een shortje, een pull, een T-shirt en vooral twee hele mooie kleedjes uitgehaald: dik in orde.
Enfin, ’t was weer een gevuld dagje.