Dat het weer zo’n extreem goed gevulde dag was vandaag. Zo eentje waarvan je echt moe bent, en dat heb ik gevoeld ook.
Het begon uiteraard gewoon met lesgeven tot twaalf uur. Enfin, gewoon: tussendoor heb ik nog de schoolbrochure bij de drukker besteld, iets waarover ik het later nog wel zal hebben.
Maar bon, om twaalf uur trok ik de deur van de school achter me dicht en reed naar Villa Ooievaar voor mijn vrijdagse zenmomentje. Het was, zoals gewoonlijk, zeer lekker en veel te veel: gehaktballetjes in tomatensaus met gefrituurde patattenpartjes en een avocadosalade, maar met daarnaast nog eens een potje zeer verse, zeer frisse salade. En omdat ik toch nog tijd over had en na tien stempels toch recht had op een dessertje, nam ik er nog een chocolademousseke bij. Enfin, zo noemden ze het toch; in mijn woordenboek mag dat met een hoofdletter en zonder de -ke erbij, zo ne pot zeg! En veel te lekker om te laten staan.
Helemaal winnie reed ik richting Latem, waar ik een afspraak had met Bart om een elektrische mercedes te gaan bekijken. Ik had nog een dik half uur over en ging dan maar geocachen in een prachtig park dat eigenlijk net achter de huizenrij van de steenweg ligt. Het was een multi: twee tussenpunten en dan het eindpunt. Ik had me misrekend en dacht dat het eindpunt een heel eind weg was, waardoor ik dan maar eerst naar de auto terugkeerde om de cache dan daarna op te halen.
Van de elektrische auto was ik, goh, niet echt onder de indruk. Van het park des te meer: na nog wat gepruts zag ik mijn fout in, reed weer naar het beginpunt en haalde met enige moeite en een hoop modder de cache op. En ik weet dat ik, als ik ooit nog eens hier in de buurt moet zijn in de zomer, hier toch nog even ga komen wandelen.
Ik pikte in het naar huis rijden nog een extra cacheke op, ging thuis even in de zetel liggen, kleurde nog snel mijn haar opnieuw, douchte, kleedde me op en vertrok naar Watt voor het nieuwjaarsfeestje van Duke & Grace.
Maar vrijdagen zijn sowieso lastig voor mij: na een werkweek vindt de rug het meestal genoeg, zelfs al heb ik nog stevig kunnen wandelen. Na een tweetal uur zijn Bart – die al minstens even moe is als ik – en ik gewoon naar huis gegaan en in onze zetel gekropen voor nog een uurtje. Gewoon, in de stilte en de rust. Heerlijk.