Het was ongelofelijk aangenaam wakker worden deze morgen: de nacht was kort, maar blijkbaar meer dan voldoende. En de alcohol, die raakte me blijkbaar niet. Vreemd. Rond een uur of acht rolde ik uit mijn bedje – letterlijk – uitgeslapen en fris. Nog eens een ongelofelijke merci, Wim, dat was… gewoon fantastisch.
Ik was blijkbaar niet de eerste die wakker was, en we gingen gezellig aan de tafels zitten voor een goeie babbel. Een beetje later kwam Marie toe met verse koffiekoeken en twee grote thermossen koffie, en dat deed immens deugd.
Ook de jongens werden stilaan wakker, zelfs Mathias die er precies niet zo vreselijk fris uitzag :-p
Foto’s zullen helaas voor later zijn, want ik heb gemerkt dat ik mijn toestel daar heb laten liggen. Ugh. Ik krijg het wel terug, maar wanneer is de vraag.
Ik had Bart beloofd om thuis te zijn voor het eten, en eigenlijk vond ik dat wel jammer, want de kern van de groep is blijven zitten, hoorde ik achteraf, tot een uur of zes, waarbij ze nog opnieuw beginnen zingen zijn, en er diepzinnige gesprekken zijn gekomen. Tsja, je kan niet alles hebben.
Want thuis was Bart er, stond er eten op tafel, en kon ik genieten van een zalige rustige zondag, en ook dat is veel waard.
En er was nog een examen af te werken ook, ja, dat ook.