Wat hebben die twee met elkaar te maken? Wel, nog redelijk wat, eigenlijk feitelijk.
Vorige week, toen ik klaar was met lesgeven, zag ik beneden plots een aangeslagen Sofie zitten: ze was omver gereden met haar fiets aan de Heuvelpoort. Een van de andere directeurs had haar naar onze school gebracht, omdat de fietsenmaker hier in de buurt is, en Sepp haar hier makkelijker kan ophalen. Maar haar rechter enkel stond serieus dik, en dus reden ze naar de spoed. Verdict: een stevige verstuiking, dus een goed verband, krukken, en voorzichtig stappen.
Gisteren contacteerde ze me weer: ze was op controle geweest, en blijkbaar zit het gewricht verschoven, en wordt het dus toch een echte gips. Yay… Alleen zijn ze heel haar straat aan het openleggen, als in: riolen herleggen, en dus totale onbereikbaarheid wegens afgegraven tot een goeie meter diep, en dus zand en stof overal. Geraak daar maar eens door met een gips en op krukken. Ik ben haar deze voormiddag op haar vraag mijn orthopedische laars gaan brengen, aka. afneembare plaaster. Ik vond dat al bizar, als ze al in de plaaster zat, maar bon. Bleek zij het mis op te hebben: ze dacht dat het een loopvoetje was. Ha nee, laars is laars, toch? Maar nen ezel verslijt eerst aan zijn poten, en ik ben duidelijk nen ezel, want ja, zo’n loopding voor onder een plaaster heb ik ook liggen.
Deze middag zijn Merel en ik eerst een doodzenuwachtige Kobe gaan afzetten in Evergem voor zijn muziekschoolexamens, en zijn dan meteen doorgereden naar Lovendegem: we waren toch al halverwege. Daar hebben we ons een weg gebaand door de zandhopen – ik had Merel speciaal gesloten schoenen doen aandoen, en terecht – tot bij Sofie, die hier heel blij mee was: zo kon ze tenminste een beetje uit de voeten.
Een dik uur later stonden we weer bij een opgeluchte Kobe: op theorie en dictee zal hij vrijwel maximum hebben, zei hij, en zijn zang was al bij al nog niet helemaal slecht, denkt hij. Ach ja, we zien wel.