In 2006 had ik aan de linkerkant al mijn twee wijsheidstanden laten uithalen, want die waren gemeen pijn beginnen doen.
Nu was ook de onderste tand aan de rechterkant beginnen pijn doen: hij zat namelijk met een heel klein hoekje achter mijn kaakbeen gehaakt, en begon te duwen. “Tsja”, had de tandarts gezegd, “laat die gewoon uithalen: dat zal niet veel werk zijn, maar het gaat u een hoop pijn besparen, want als dat plots begint pijn te doen, begint dat meestal meteen serieus veel pijn te doen.”
Afspraak bij de stomatoloog dus, in het Sint-Lucasziekenhuis. Dat ziekenhuis had ik nog niet gehad, dus waarom ook niet. Oorspronkelijk lag dat volgende week, tussen de examens door, maar blijkbaar was er een conferentie tussen gekomen, en was het verplaatst naar vandaag.
Soit, om 13.35 uur meldde ik me aan aan de balie voor een afspraak om kwart voor twee, maar… Niks in de agenda! Bleek het in de andere vestiging te zijn, een beetje verderop, de vroegere Volkskliniek. Intussen was het al kwart voor, en heb ik een sprintje getrokken naar de andere gebouwen. Daar moest ik dan weer wachten om me aan te melden, en het was dus iets over twee tegen dat ik boven stond.
Blijkbaar zat dokter De Latte volledig op schema, en had ze al de volgende patiënten genomen. Maar bon, ik kon ertussen: ik kreeg een spuit, en tien seconden later was de hele kaak al verdoofd. Een kwartier later stond ik alweer buiten, een stevig grote tand en een stukje kaakbeen armer, en een verdoofde mond en een zakje ijs rijker. Oh, en een ganse waslijst met richtlijnen, waaronder spoelen met mondwater, en pijnstillers.
Ik hield nog de hele avond ijs op de kaak, en langzaam was die aan het wakker worden, maar met die Ibuprofen viel dat nog mee.
Allez bon, ik ben benieuwd, met mijn historiek van ontstekingen.