Merel kan nog steeds niet echt goed fietsen: we moeten duidelijk nog veel oefenen.
Maar ook Kobe mag nog een hoop oefenen, heb ik vandaag vastgesteld. Technisch gezien kan hij uiteraard wél fietsen en zelfs stevig onnozel doen op zijn fiets. Maar het verkeer lezen, nee, daarvoor is hij niet genoeg gefocust, zo blijkt. Vrijdag heeft hij een eerste fietsproef op school, en binnen een drietal weken is er dan een fietsexamen. Zoals het er nu voorstaat, is hij gebuisd voor dat examen, daar ben ik redelijk zeker van: hij denkt gewoon niet genoeg na, rijdt nog overal tegen, dat soort onzin.
Vandaag ging ik dus met hem de fiets op: dwars door Wondelgem, naar de C&A om een bestelling op te halen. Een goeie negen kilometer in totaal door bebouwde kom. Merel zat bij mij achterop op de elektrische fiets – met haar durf ik écht nog niet de straat op – en Kobe fietste voor me uit, zodat ik hem richtlijnen kon geven en in de gaten houden.
Hij doet dat niet slecht, zeker niet, maar er zijn toch momenten waarop ik naar hem zat te brullen: te vroeg stoppen, te laat stoppen, oversteken zonder echt uit zijn doppen te kijken, dat soort dingen.
Ik weet nu al dat ik veel vaker met hem ga fietsen: volgend schooljaar moet hij per slot van rekening zelf naar school fietsen. Gelukkig hoeft hij daar geen enkele grote baan over te steken en is er voortdurend fietspad, maar toch.
Al een chance dat ik tegenwoordig zo dol ben op fietsen!