’t Was ne zodanig koude Pasen, dat we echt geen zin hadden om voor de middag nog iets te doen. Zo’n uitslaap- en nietsdoenzondag, weetjewel.
Na de middag hebben we ons nochtans opgepakt, en zijn de kinderen en ik even tot aan het rugbypaastoernooi gegaan. Ik had Wolf wel op voorhand beloofd dat we zo lang gingen blijven als hij zag zitten, en als dat maar een half uurtje was, so be it.
We hebben even naar een 7s dames België-Nederland gekeken, en zijn dan nog even gaan kijken hoe onze eigen U16 het deed tegen een andere ploeg. Hun eerste overwinning van het toernooi, zo blijkt. Daarna wandelden we terug naar de hoofdterreinen, stond ik nog even te praten met mannen van de oude garde, en toen liet Wolf weten dat het echt wel genoeg was.
Een half uurtje. Dat is wat mijn dappere veertienjarige aankan, helaas. En geloof me, hij heeft zich daarvoor echt geforceerd.
Mijn hart bloedt voor mijn zoon, echt waar.