Het had wel iets, met zoveel aan de ontbijttafel: twee extra kinderen, en dus extra lawaai. Al viel dat eigenlijk al bij al goed mee. Ook gisterenavond waren ze wonderwel snel stil. Ofwel hebben ze eindelijk leren fluisteren, dat kan ook.
Tegen elven waren beide gasten opgehaald, en een kwartiertje later vertrok Bart met Wolf en Merel naar Ronse. Zelf kan ik nog niet mee, drie kwartier in de auto zitten zou moordend zijn. Gelukkig begrijpt Nelly dat volkomen, en vond ze dat ook helemaal niet erg. Kobe bleef ook thuis, want die mocht in de namiddag naar een verjaardagsfeestje, en hoe! Van twee tot vijf speelden ze blijkbaar een fantastisch wijs bosspel in het Claeys-Bouüaertpark, vlak naast mijn school. En ik had nog meer geluk: Hannah haar mama wist dat ik met een rugprobleem zit, en bood zelf aan om Kobe op te halen om één uur, en hem na afloop ook weer thuis te brengen. Wat een service zeg!
En dus zat ik in alle stilte alleen thuis, en dat was al even geleden, gezien het feit dat het vakantie is. Lang duurde dat echter niet: tegen twee uur was Sofie hier, voor een veel te lang uitgestelde babbel over haar nieuwe directeurschap, de geplogenheden intussen op onze school, de gezondheid van alle mogelijke familieleden, en nog wel zo’n paar dingen. Gezellig, en zeker voor herhaling vatbaar, da’s zeker?
En toen werd het weer stil. En, ik geef het toe, de namiddag leek lang te duren.
Kobe werd aan huis gebracht rond half zes, en plofte doodmoe maar met een grote voldane grijns in de zetel. De anderen waren maar thuis tegen kwart na zes, maar wel beladen met stàpels eten, dessert, soep, pompoenen, bloempotten… Ik voelde me in de watten gelegd, dat was duidelijk.
Maar vooral was ik blij met het volk in huis. Ik ben graag alleen, maar het moet tegenwoordig ook niet te lang duren: ik verveel me steendood.