Een echt mooie maandag vandaag, en meteen ook de eerste dag dat ik volledig lesvrij ben. Ik moet dit schooljaar op maandag niet naar school, en ik ben van plan daarvan te genieten, jawel.
Ik deed wat noodzakelijk schoolwerk, en zorgde dat ik tegen half twaalf in Sas Van Gent stond, u weet wel, dat kleine stadje net over de grens. Ik dacht: ik koop daar dan ergens wel een broodje, of eet een tosti – zoals ze een croque monsieur op zijn Hollands noemen.
Ik begon mijn wandeling aan het water – hoe kan het ook anders? – bij een multi die me op allerlei plekjes zou brengen, en nog langs een ongelofelijk schattige kindercache mét muziekje, die me luidop in de lach deed schieten.
Wat me vooral opviel, is hoe doods het stadje eigenlijk was. Oké, een maandag is nooit de meest bruisende dag, maar toch. Alleen aan de Albert Heijn was er leven te bespeuren, maar ik vertikte het om daar dan een broodje te kopen, omdat ik er nog altijd van uitging dat ik wel iets ging vinden. Mijn middagmaal is dus een frangipane geworden die ik bij me had in mijn rugzakje. Bovenstaande foto is het ‘centrale plein’ van Sas Van Gent, naast de kerk, op het middaguur. Ik heb er geen levende ziel gezien. Ik wandelde dan maar verder aan de andere kant van het water.
Pas op, mooie wandeling gehad, daar niet van, en het kanaal Gent-Terneuzen is echt wel indrukwekkend als er zo’n gigant passeert, maar… Daar heb ik wat fietsers gezien, ja, en een occasionele wandelaar. Mooi, maar geen zak te beleven dus.
En ik heb dan nog geeneens de cache gevonden. Intussen heb ik een hint gekregen waar hij zou moeten zitten, en het zal dus voor een volgende keer zijn.