Er moest vandaag nog eens genieuwjaard worden, maar dan aan Barts kant van de familie. Mijn vader was ook uitgenodigd, en moest om elf uur bij mij staan. Bart ging voor de gelegenheid chefkok spelen, en was al rond acht uur ’s morgens naar Ronse vertrokken. Maar elf uur kwam en ging, en geen vader. Ik belde naar Jeroen, en die ging eens kijken bij ons pa. Die was zich net aan het aankleden, maar wel al gewassen en geschoren. Zucht.
Ik heb de kinders ingeladen, en ben naar Zomergem gereden. Dat was eigenlijk sowieso de meeste wijze actie, want ons pa verbieden om wijn te drinken, dat behoort tot de categorie ‘Augiasstal kuisen’. Op deze manier kon ik hem netjes weer thuis afzetten, ongeacht de hoeveelheid alcohol in zijn bloed.
Bon, we waren dus om kwart voor een in Ronse in plaats van twaalf uur, en dan waren we nog niet eens de laatste. Mjah. Bart was tegen alle verwachtingen in bijzonder zen, en had alles onder controle.
Er waren hapjes en nieuwjaarsbrieven. Uiteraard.
En toen was er een fantastische truffelrisotto, gevolgd door Nelly’s zelfgemaakte pompoensoep, en dan everzwijnenfilet met gestoomde groenten en kroketjes. Bart had zelfs ook weer voor dessert gezorgd met zijn kegel van soesjes en zijn lemon curd.
Intussen hadden mijn pa en Bo blijkbaar een verstandhouding gevonden: Bo was niet meer bij hem weg te slaan, en mijn pa was hem vanalles aan het wijsmaken. Leuk om zien!
Maar ik voelde me eigenlijk absoluut niet goed: ik ben al van vorige week aan het hoesten, en het lijkt alleen maar erger te worden. En door de gargantueske hoestbuien is het ook nog eens in mijn rug geschoten. Ik zat dus krom van de pijn, en mijn humeur was navenant. Morgen dus maar even tot bij de dokter, dacht ik zo.
Gelukkig wachtte er ’s avonds nog een date op mij: een nieuwe aflevering van Sherlock op de BBC. Ik heb hem wel bijna van het scherm gehoest, maar kom.