Met die klassenraden en oudleerlingendag en Vortex en al de rest die erbij komt, zijn het verschrikkelijk drukke weken geweest. Te druk. Onaangenaam druk.
Ook vandaag begon redelijk hectisch: Kobe moest om 9.15 uur aan de rugby staan voor een toernooi. Niet vreselijk vroeg opstaan dus, maar toch weer niet zonder enige drukte. Ik gooide hem dus af, en reed onmiddellijk weer naar huis, want Wolf had om 10.00 uur les aan de Poel.
Het plan was om Wolf dus af te gooien aan de Poel, en zelf naar de Lange Violettestraat te rijden om een nieuw scoutshemd voor Kobe. Maar… Je moet eens van de Poel naar ginder geraken zeg! Eerst was de Peperstraat nog steeds onderbroken, zodat ik een hele toer reed tot aan de ring om dan weer de Hoogstraat in te rijden om naar de Burgstraat te geraken. Alleen was ik vergeten dat ze aan de brug aan het Gravensteen aan het werken zijn, en dat ik dus ook daar niet kon passeren. Kar gekeerd, en opnieuw diezelfde toer. Maar toen ik me realiseerde dat ik dus helemaal de ring ging moeten afrijden om er dan ter hoogte van de Zuid weer af te gaan richting centrum, was me dat echt te veel. Het zou trouwens ook veel te lang duren. Ik ben dan maar opnieuw naar de Poel gereden, en had een parkeerplaatsje ter hoogte van de Labath, waar ik met Wolf had afgesproken. Net toen ik wilde uitstappen, boek in de hand, ging mijn telefoon: de leraar was ziek, er was geen les. Ah bon. Ik was al verontwaardigd dat die niets laten weten had, toen ik me realiseerde dat ik Wolf eerder deze week zijn eigen mail had gegeven op zijn laptop, en dat dat soort berichten dus niet meer in mijn, maar wel in zíjn inbox terechtkwam. En dat hij die wellicht niet had nagekeken. Goed bezig dus. De mens had effectief wel verwittigd…
Maar goed, voldoende tijd dus voor een koffie, respectievelijk warme choco in de Labath voor we naar de rugby reden. Wolf had zelf geen wedstrijd – ze zijn met 29 spelers, maar er mogen er elke week maar 22 op het wedstrijdblad staan – maar hij kreeg wel een extra training tijdens de opwarming van de rest, en dan kon hij supporteren voor zijn ploeg.
We keken in de stralende zon naar een fijn toernooitje, pikten daarna Wolf op, en toen was plots mijn pijp uit.
Ik had nog een boswandeling willen maken in het prachtige herfstweer, of naar FACTS gaan, of ’s avonds naar de Nachtkronieken, of de Spokentocht in Mariakerke, of Charlie’s Fest in Antwerpen, maar het werd de zetel. En de computer. En weer de zetel. Het ging niet meer. En om eerlijk te zijn: mijn linkervoet deed pijn.
Maar vooral: ik ben moe. Die vakantie zal niet te vroeg komen.