Sinds een paar jaar heeft de larpwereld, en dan meer bepaald de reeks Omen, een eigen folkbandje. De bezetting ervan is echt moeilijk, want er zijn zowel leden uit West-Vlaanderen als Limburg en Geldenaken, en dat maakt het niet bijzonder praktisch. Niet dat ze vaak samenkomen om te oefenen, dat is net eigen aan folk natuurlijk, dat je vrij makkelijk kan samenspelen.
Nu, om één of andere reden hadden ze besloten om te spelen op een wiccadagje in Wachtebeke, en ik had me erbij aangesloten. Voor de gelegenheid waren we met vijf: twee dames die tot hiertoe eigenlijk het voortouw hadden genomen, maar er nu allebei gingen mee stoppen, na dit. De ene zingt en speelt thin whistle, de andere zingt, doet percussie, en speelt prachtig harp. Verder was er ook nog Lorre, de enige man in het gezelschap, die zingt en gitaar speelt, en voor de gelegenheid werden we bijgestaan door Mabyr, die een kei is in percussie en banjo. En ik daar dus bij, met vooral zang, en een klein beetje viool en verder nog castagnetten. Tsja…
We namen op voorhand alles nog kort even door, en hadden dan een optredentje in de tuin van ongeveer 50 minuten in een loden hitte. Nog een chance dat we in de schaduw van een paar bomen stonden.
Daarna volgde een optreden van een Ierse dansgroep in het zaaltje, waar het nog warmer was. Kudos voor die mensen, die hebben liters gezweet, dat weet ik wel zeker!
Daarna kwamen wij nog eens met een ingekort programma, en dat vond ik niet erg, want het was pokkeheet daar op dat podium. Maar ik heb wel genoten van het zingen, serieus.
Terwijl Lorre Katrien naar huis bracht, reed ik nog heel even rond om een cache of twee te zoeken daar op de Nederlandse grens, met beperkt resultaat overigens.
Tegen kwart over zeven zaten Lorre en ik heerlijk aan de tuintafel te eten, nog wat later bracht hij me met de auto naar de motogarage om de motor op te halen – eindelijk klaar, na de vraag tot reparatie in maart – en nog later reden we samen op diezelfde motor naar Barts kantoor. Ik dacht wel dat Lorre het gebouw zou appreciëren, en jawel, hij was serieus in de wolken.
Het was nog steeds 27°, en dus bleven we buiten zitten, met wat kaarsjes en een glas mede, en Bart kwam ons zowaar nog wat hapjes brengen ook. Goud waard, die man van mij! En op deze manier heb ik ook de tuin eens in actie gezien ’s nachts, en ik geef het u op een briefje: ik geniet er intens van!
Ik denk dat het na enen was toen we gingen slapen, na een bijzonder fijne avond. Ik maak niet makkelijk vrienden, maar ik denk dat ik er nu toch wel eentje heb bijgemaakt. Enfin, ik hoop het toch. Fijne gast, echt waar.