Ik ben vandaag weer wat tegengekomen… En ik vrees dat ik wellicht een van mijn studenten een levenslang trauma heb bezorgd :-p
Ik had dus de hele voormiddag mondeling examen met mijn zesdes. Dat betekent bijna vijf uur lang opperste concentratie, zonder pauze. Voeg daarbij een behoorlijk warm lokaal dat heel moeilijk af te koelen valt, en het feit dat het tegen één uur liep en ik dus honger had, en je hebt al een omkadering. Bon, ik had het laatste mondeling afgenomen, en was nog wat aan het napraten met Tibo, de laatste leerling, terwijl ik aan het opruimen was. Ik wil het grote tuimelraam dichtdoen, en die vensters gaan ofwel vrij stroef, ofwel klappen die zonder meer gewoon dicht. Hier was het dus wel degelijk het laatste, en mijn pinkje zat ertussen. Ik doe dus ongeveer dezelfde dansroutine als wanneer je met je kleine teentje een tafelpoot mee hebt. Maar wanneer ik eens beter naar dat pinkje kijk, zie ik dat er een stevige snee in zit, die begint te bloeden. Ik loop naar het lavabootje achteraan, en steek de pink onder de kraan. Helaas, dat stopt het bloeden niet. Ik vraag daarop aan Tibo om mijn handtas te pakken en er een zakdoekje uit te vissen, en ik wikkel dat rond het arme vingertje. Wanneer ik daarna terug naar het bureau loop en verder opruim, begint het plots gigantisch zeer te doen, en voel ik me misselijk worden. Ik ga zitten, maar helaas, het gevoel dat in me opkomt, ken ik helaas maar al te goed.
Ik slaag er nog in tegen Tibo te stamelen: ‘Tibo, ik denk dat ik neerga”, ga nog net liggen, en dat is dat. Toch voor zover ik zelf besef.
Tibo heeft me de rest verteld: hij zag me dus inderdaad flauwvallen, en eerst werd ik lijkwit. Lijkwit als in: grauw, blauwig, groene schijn. Eerst lag ik stil, maar daarna begon ik effectief ietwat te schokken en naar adem te snakken, en dan viel dat stil. Tibo was in alle staten, want hij dacht dat ik gestopt was met ademen. Op een bepaald moment wordt inderdaad je adem een stuk oppervlakkiger als je flauw bent gevallen, maar dat wist hij dus niet. Hij deed dan maar het meest logische, waar ik hem ook dankbaar voor ben: hij belde het noodnummer 112.
Intussen stond er echter een collega aan de deur te wachten, Hannah. Zij paste een week op Bo, het dochtertje van Vallery die in het ziekenhuis lag, en we hadden afgesproken om die middag samen met de kinderen in de McDonalds te gaan eten – mijn examen liep sowieso tot half een, te weinig tijd dus om zelf te koken op woensdag – en dan bij ons thuis te spelen. Bo en Merel spelen altijd mooi samen, vandaar. De mondelinge waren ietwat uitgelopen, en Bo en Hannah stonden dus aan de deur te wachten, daar op de tweede verdieping.
En dan is het het verhaal van Hannah: zij hoorde ons eerst nog praten en lachen, dan werd het plots stil, en daarop hoorde ze Tibo paniekerig in zijn telefoon praten, zonder dat ik nog te horen was. Ze gooide dus de deur open, en zag mij daar liggen, met een Tibo die helemaal zijn kluts kwijt was. Ze is daarop naar beneden gerend, waar Sofie, de adjunct-directeur, verpleegster én mijn nicht, nog op haar bureau zat, en die zijn dan samen terug naar boven gecrosst. Gelukkig kent Sofie mij, en kent ze het fenomeen.
Zij heeft dan overgenomen, ze hebben Tibo gerustgesteld, en Sofie heeft me dan wakker gemaakt. Ik moet dus wel een paar minuten weg van de wereld zijn geweest. Enfin, Sofie haalt me dus terug – ik weet nog dat ik dacht: “Moet dat nu? Ik lig hier zo goed!” – en ik hoor spreken over die ambulance. Het eerste wat ik gezegd heb, nog met mijn ogen dicht en niet in staat te bewegen, was: “Ik ben oké, ik ben gewoon flauw gevallen, het was een reactie van de nervus vagus, en het is allemaal niet erg”. Waarop Sofie dan de ziekenwagen heeft afgebeld, en een gerustgestelde Tibo naar huis is gegaan. Wat later heb ik dan ook tegen Hannah gezegd dat ze maar naar mijn huis moest rijden, de kinderen waren al thuis, en dat ze al moesten gaan eten, en dat mijn bankkaart gewoon op de tafel lag.
Wat was er nu precies gebeurd? Wel, iets waar ik al van mijn zesde last van heb, en waardoor ik in totaal toch al een keer of vijftig ben flauwgevallen: een vasovagale syncope. Ik heb een bijzonder gevoelige nervus vagus, en met de juiste prikkels en samenloop van omstandigheden (zoals wierook) ga ik plat. Heel vervelend, maar eigenlijk ook totaal ongevaarlijk, want het gebeurt niet zomaar, en ik heb vijf seconden waarschuwing, net genoeg om zelf te gaan liggen dus.
Het heeft wel nog een tijdje geduurd voor ik voldoende op mijn positieven was om recht te krabbelen – ik moest dan nog overgeven ook – en dan ben ik in serieus tempo en puur op wilskracht naar beneden gelopen, naar de zetel aan Sofies bureau, om daar eerst een tukje te doen. Want ook dat ken ik: mijn lijf wil na het flauwvallen altijd eerst even recupereren en dan slaap ik best even. Na een half uurtje ben ik dan, opnieuw puur op wilskracht, naar huis gereden, heb nog even de bloembak aan de voordeur bemest, en ben dan rechtstreeks naar de badkamer gelopen om te douchen. Ik was namelijk drijf- en drijfnat van het zweet, ook dat is een vast gegeven. Man, wat was ik andermaal dankbaar dat onze douche een zitje heeft…
Ik heb gedoucht, en ben gewoon met de handdoek om me heen gecrasht in Wolfs bed, klappertandend van de kou. Ik had wel mijn gsm bij, en heb Hannah even laten weten dat ik thuis was, en meteen ook Sofie en Tibo gerustgesteld.
Wolf was er bijzonder nuchter onder – die kent het intussen ook al – en kwam zodra hij thuis was, naar boven. Hij had meteen al een emmer bij, deed de rolluiken naar beneden zodat ik beter kon slapen, en ging een kersenpitje halen toen hij hoorde dat ik het koud had.
En dat was dat.
Een uur of twee later ben ik dan bij de rustig spelende kinderen en de immer fantastische Hannah gegaan, maar ik moet wel toegeven dat ik de rest van de dag mottig ben gebleven. Merel had bijzonder lief een boterhammetje voor mij gesmeerd, maar zelfs dat lukte niet echt.
In elk geval heb ik toch wel een paar mensen de stuipen op het lijf gejaagd, ben ik Hannah, Sofie en vooral Tibo bijzonder dankbaar, en heeft die laatste alweer een sterk verhaal om te vertellen. Want ja, wiens lerares Latijn valt nu niet zomaar flauw vlak na je mondelinge examen, hm?