Er zijn zo van die dagen die precies niet vooruit gaan. Klassenraaddagen zijn er zo. Om half negen was mijn eerste klas, en toen zaten er een ganse pak andere klassen tussen, die niet voor mij waren. En wat doet ne mens dan? Rondlopen, zo blijkt. De oude posters van de muren halen en nieuwe ophangen. Een kast gaan versieren, die verslepen, afkuisen, opvullen. Dingen regelen met de respectieve secretariaten. Rondlopen. Gaan luisteren hoe ver ze intussen zitten met die klassenraden. Administratie bijwerken, examens sorteren. Rondlopen.
Een broodje gaan kopen, en dan klassenraden. En dan de zesdes, waar ik opnieuw de eerste klassen had, en de voorlaatste. Rapporten in elkaar steken. Lingerie gaan kopen met de bon van vorig jaar die nog twee dagen geldig is. Rondlopen.
Laatste klassenraad, naar huis, in slaap vallen. Opruimen, naar het oudercontact, en meermaals slecht nieuws brengen. Oudercontact from hell, en aan de andere kant toch weer ontroerd door sommige ouders. Tussendoor een pannenkoek naar binnen werken. Thuiskomen tegen tien uur, compleet plat.
En dan vaststellen dat je bijna 15.000 stappen hebt op een dag, zonder ook maar één bewust wandelingetje of zo te maken.