Echt lang sliepen we niet, met al dat leven in het huis. Maar onze kinderen zijn meesters in het geruisloos opstaan, in tegenstelling tot die van Roeland. Toen ik beneden kwam, was met andere woorden het ontbijt al volop bezig, was Roeland al om verse koffiekoeken en brood gegaan, en geurde het naar koffie.
Mijn pa, Roeland en de drie jongens reden na het ontbijt naar La Glaize voor een pracht van een oorlogsmuseum. De vrouwen zagen dat niet zitten, en in de plaats daarvan gingen we met ons vijfjes eerst om extra boodschappen, en daarna heerlijk wandelen in de bossen. Bart bleef liever thuis, in alle rust – en ook wel om zijn knie een beetje te ontzien – en kookte intussen spaghetti. Fair deal!
Het bos was betoverend: perfecte kleuren, een lichte nevel tussen de bomen, en een heldere herfstzon.
Thuis was het ronduit fantastisch weer om buiten te zitten, en dat deden we, met een aperitiefje in de zon, terwijl de kinderen op de speeltuin speelden.
Na het eten was het algemeen tuktijd. De kinderen keken in alle rust naar een film, ons ma kroop in haar bed, ons pa probeerde nog wakker te blijven maar kroop toen ook in een willekeurig bed (om ons ma niet wakker te maken), Roeland legde zich languit in het gras, en ik nam een stoel en ging bij Sarah in de zon zitten.
Een koffie en een stukje taart later zetten we alle grut terug in de auto, en reden een heel eind verder om opnieuw te gaan dammen. Het duurde even tegen dat we een goed plekje vonden, maar het bleek subliem afdambaar te zijn.
Het werd stilaan donker, tijd om terug naar het huisje te gaan en de kinderen te laten opwarmen, en rustig te eten. Roeland sneed nog een pompoen, de kinderen mochten nog even op de schermen, en dat was dat. Fijne dag, echt wel fijne dag.