Het begon alweer allemaal heel rustig: de kinderen keken naar de ochtendfilm, we ontbeten, ik nam een douche… Met andere woorden: het was kwart voor elf toen we het huis uitstapten, netjes op schema. Ik wilde rond elf uur aan de Mont Rigi zijn, om daar de stilaan traditionele venenwandeling van drie kilometer te doen, intussen daar de multicache te verwerken, en dan tegen half een of zo te eten in de uitmuntende brasserie aldaar.
Edoch.
Toen we stipt om elf uur parkeerden aan de Mont Rigi, bleek de rugzak niet mee te zijn. Wolf had nochtans alles in de auto gezet, inclusief zijn step, zei hij. Zucht. We zijn dan maar teruggereden om het rugzakje op te halen, en gingen dus niet meer op tijd zijn voor de wandeling voor de middag. Tsja. We hebben dan maar eerst twee geocaches langs de baan in de Venen gedaan. De eerste was een 300 meter het bos in langs een smal, modderig paadje. En vooral dat laatste vonden de kinderen de max. Tot onze grote verbazing stond er daar dan in het midden van het bos een kruis, zoals je dat eigenlijk bijna overal vindt hier in de Ardennen. En er zat inderdaad een mooie grote cache.
We keerden terug, reden iets verder naar Signal de Botrange, maar vonden de cache daar niet: de GPS wees naar een omheind stukje, en het plekje zoals het op een spoilerfoto stond, was leeg. Tsja.
Tegen dan was het half een, en was het ideaal om ons op het terras van de Mont Rigi neer te vleien en iets te eten. Het uitzicht was, zoals altijd, schitterend.
Na het eten gingen we voor het tochtje van drie kilometer langs de soms behoorlijk beschadigde paadjes, en probeerden we de mysterie-cache op te lossen. Helaas, ik snapte niet alle Franse vragen, en dus ging het oostelijke coördinaat de mist in. Het was een prachtige wandeling, dat wel.
Na die drie kilometer op een ganse, uitputtende en vreselijk zware dag verklaarden Kobe en Merel dat ze doodop waren en wel in de auto gingen wachten. Wolf en ik ging even kijken op de juiste noorderbreedte, maar ook hij begon lastig te doen: hij moest naar het toilet. Terwijl we op letterlijk tien meter van het restaurant liepen en hij perfect kon gaan.
Ik ben toen echt boos geworden: het was precies of het allemaal tegen hun zin was – zij waren vragende partij – en of ik hen al de ganse dag had afgebeuld. Anderhalf uur wandelen op een ganse dag, ik vraag het u… Ik had echt zin om ons boeltje te pakken en naar Wondelgem te rijden, daar konden ze dan hun goesting doen zonder mij te ambeteren.
Maar een uurtje later was ik alweer wat bekoeld, vroegen zij deemoedig of we toch nog konden blijven, en reed ik dan maar met Wolf naar de Delhaize. En passant namen we nog even de cache aan de kerk van Waimes mee, en kocht ik ook nog de krant en een tijdschrift, de Libelle, godbetert! Maar meer hadden ze niet, tenzij de Dag Allemaal.
Enfin, we aten buiten, ik stak eerst Merel in bed en nog iets later Kobe, en daarna gingen Wolf en ik voor een korte avondwandeling in de schemering, het blokje om, al bij al een volle kilometer :-p