Ik ben daarnet Wolf gaan ophalen aan de Blaarmeersen, na een weekendje Frankfurt. Hij zag er moe, ietwat vuil, en vooral ook bruin uit. Blijkbaar was het de max geweest: de eerste avond hadden ze nog een klein beetje liggen kletsen, de tweede avond lagen ze allemaal om acht uur in hun slaapzak en was het quasi meteen stil, zo doodop waren ze allemaal. Enfin, dat zegt Wolf toch.
De zaterdag was nochtans wat ontmoedigend: al hun matchen hadden ze verloren, tegen willekeurige tegenstanders. Op basis van die cijfers werden ze zondag in een poule ingedeeld, en daar hebben ze dan gewoon alles gewonnen. Tsja…
De rit met Frans en Rita was goed meegevallen, hij was dolblij dat hij op die manier mee kon. Hij had wel duust ajuinen moeten helpen planten in Limburg, zo blijkt.
In elk geval had ik een intens tevreden kind terug, met een paar blauwe plekken en wat stijve spieren, en zonder stem. Rugby, ’t blijft toch iets aparts…