Deze morgen toog ik met Merel richting Arca. We parkeerden ons in de Simon de Mirabellostraat, wandelden in sneltempo naar het theater, en genoten beiden met volle teugen.
“Kijk mama, die vogeltjes willen dat plastiek opeten! Dat mag niet, he mama?”
En toen wandelden we rustig terug, via de Lievekaai. Ze danste aan mijn hand, over het plein, langs het water, onder de treurwilgen, en zong me de oren van het hoofd.
We gingen thuis eten – papa had heerlijk gekookt, rustten even, en gooiden ons toen opnieuw in het feestengewoel, vanop de Vrijdagmarkt ditmaal. De jongens werden afgedropt aan Fyxxilab, waar ze stop-motionfilmpjes draaiden, met robots speelden, dingen programmeerden met bananen en plasticine, en nog wel een paar van dat soort dingen.
Merel en ik gingen intussen de stad in, en zij “wieeeeeeeeeeeeeee’de zowat de hele tijd in haar buggy. Ha ja, dat was ongeveer een jaar geleden, dat ding. We werden al meteen afgestopt op de hoek van de Mageleinstraat door een pracht van een lieveheersbeestje van Theater Exces (meer info alhier).
Toen we daarna de Korenmarkt opdraaiden, stonden we plots oog in oog met een zeer vreemd creatuur.
Dat wezen bleek overigens niet alleen te zijn, maar deel uit te maken van een straattheatervoorstelling Anti-Korrosion (bespreking op Gentblogt).
Merel keek met grote bange ogen, en was bijzonder opgelucht toen ze op het einde allemaal kwamen groeten, en er niemand door het machien bleek opgegeten te zijn.
Drie kwartier later waren we beiden aan een ijsje toe, en tot mijn grote verbazing maakte Merel korte metten met gans dat grote ijsje. Tsja, zo moeder, zo dochter?
We dwaalden verder, via de Lange Munt en de Vrijdagmarkt naar Sint-Jacobs, Baudelo in. Daar verpoosden we even bij de heerlijke tangoklanken
en stelden toen vast dat we op onze stappen moesten terugkeren, want dat we bijna te laat gingen zijn om de jongens om 16.45u op te pikken.
Die waren beiden lyrisch over hun activiteit – het gemaakte filmpje wordt ons hopelijk nog doorgemaild door de mensen van Fyxxilab – en we gingen dan maar samen met een vriend van me en zijn twee kinderen een wafel, respectievelijk pannenkoek eten.
Fijne, zij het vermoeiende dag. En ik heb nog complimenten gekregen over het feit dat ik drie zeer beleefde, welopgevoede kinderen had. Trots en al!