Van sommige tradities mag je gewoon niet afwijken. Neem nu de verjaardag van mijn beste vriendin: al sinds onze achttiende verjaardag probeer ik haar op of rond haar verjaardag toch even te zien, en geef ik haar meteen ook een boeket rozen. Dat boeket begint overigens steeds groter te worden: 39, 40, 41, 42…
Gisteren zijn we dus samen gaan lunchen in Fou ‘d O, gezellig op het terras. De rozen had ik helaas niet mee, mijn mondelinge examens waren wat uitgelopen, zodat er geen tijd meer voor was. Maar die rozen krijgt ze dan wel maandag van me, op haar eigenlijke verjaardag.
Ik moet zeggen: we zien elkaar niet vaak meer, maar da’s logisch, met respectievelijk vier en drie kinderen, en allebei een drukke echtgenoot en een job. Maar telkens wanneer we elkaar zien, doet het zo vertrouwd en bekend aan. Dat is natuurlijk niet moeilijk, als je elkaar je ganse leven hebt meegemaakt, al sinds je student was. Je hebt de ander zien groeien, een lief weten krijgen en aansluitend een gebroken hart, het definitieve lief aan de haak weten slaan, trouwen, kinderen, een nieuw huis, verhuizen, feesten. Je kent elkaars achtergrond, ouderlijk huis, grootouders, broers, zussen en zelfs hun kinderen…
Al meer dan vijfentwintig jaar, intussen.
En ja, dat verdient een momentje voor onszelf, zo tussen het verbeteren en de kinderen door. Gewoon, met zijn twee, bijpraten op een zonnig terras.
Op je drieënveertigste, Gwen!