In januari heb ik eens een voormiddag samen gezeten met de mensen van uitgeverij Luster en een handvol echte stadse Gentenaars, om samen van gedachten te wisselen over wat nu eigenlijk alle beste plekjes van Gent waren: parkjes, Italiaanse restaurants, monumenten, hipste kledingwinkels, beste pralinewinkels, zowat alles passeerde de revue, en er werd hartelijk en druk over gediscussieerd.
Ze gingen namelijk met ingeweken Belg Derek Blyth een boekje uitgeven, The 500 Hidden Secrets of Ghent, in navolging van zijn gidsjes over Brussel en Antwerpen.
Deze avond, toen Bart thuiskwam, had hij het mee voor mij, dat bewuste boekje. Ik moet toegeven: ik ben het niet altijd eens met wat erin staat, maar ik ben er best wel trots op. Want Gent, dat is toch wel dé stad voor mij, ondanks al zijn kleine kantjes.
Ge moogt het altijd eens lenen als ge het braaf vraagt, of beter nog: ge kunt het gaan kopen. Ik krijg er geen cent voor, maar had een fijne ochtend met andere Gentenaars, een heerlijk ontbijt en lunch in het Paard van Troje, en dus de eer van dat boekje. Meer moet dat niet zijn.
Besprekingske van het boekje op Gentblogt? 😉
het was inderdaad een discussierijke en fijne ochtend; nog eens bedankt!