We waren er al weken mee bezig, keken er volop naar uit, en om half tien zaten we effectief in de stampvolle kerk, en popelde Kobe toch wel wat zenuwachtig. Maar alles liep voorbeeldig: Kobe las voor, Merel zat geduldig op mijn schoot – en anderhalf uur is lang voor een driejarige – en Wolf zat bij zijn vrienden. Oma en opa stonden achteraan in de kerk, er was helaas niet genoeg plaats. Maar Kobe werd voorbeeldig “een kindje van Jezus”, zoals hij het zelf uitdrukte, en was daar zeer blij om. En wij dus ook.
Daarna reden we naar huis, waar de kookploeg al druk bezig was, en de gasten vrij snel arriveerden.
De kinderen kregen macaroni met hesp, kaas en champignons, op uitdrukkelijke vraag van Kobe, en vonden het ongelofelijk lekker.
Wij kregen iets meer en iets verfijnder, en eigenlijk ook bijzonder lekker. Vond ik toch.
Er kwam uiteraard ook een toost op de communicant:
En intussen hadden we ongelofelijk veel chance met het weer, en werd er warempel buiten gezeten en gestaan, zowel voor het aperitief (met massa’s hapjes) als voor het dessert.
Er werd enthousiast een ijslam geslacht, dat helaas aan het smelten was, en niet alleen de kinderen wilden er een stukje van. Maar de ‘grote mensen’ kregen ook nog een “kolonel”: sorbet met wodka en citroen. Blijkbaar ook zéér lekker.
En toen had Bart zelfs nog voor taart gezorgd, waarvan er, zoals altijd, veel te veel over was.
De kinderen amuseerden zich rot, vooral eigenlijk met de fatboy.
En Dirk nam even een gezinsfoto. Of twee.
Het was dik na zessen toen iedereen naar huis was, en dat zegt eigenlijk al bijzonder veel. Jawel, het was een fijn feestje.