En ik ben duidelijk een ezel. Enfin, ezelin.
Ik heb zondagmorgen namelijk mijn rechtervoet verstuikt. Na twee dagen als ne zot rondcrossen in de bossen, stap ik gewoon een drempel af, op een boomworteltje, en klak – voet omgeslagen. Zucht. Ik ben even blijven zitten, in de ijdele hoop dat het wel ging overgaan, die pijn. Maar om eerlijk te zijn ken ik mijn eigen lijf zo onderhand wel een beetje, en dan vooral mijn poten.
Ik ben na tien minuten rechtgekrabbeld, en heb me richting strijdtoneel begeven. Al mankend, maar het viel allemaal nog mee. Ik heb er dan ’s middags wat zalf op gesmeerd en een basis tape aangelegd, en toen ging het wel. Het stond dik, maar gelukkig niet blauw, de gewrichtsbanden zijn dus niet gescheurd.
Intussen is het wel meer pijn beginnen doen, en ging ik maandag naar school op mijn Allstars met mijn stevig enkelverband aan. Ja, ik heb dat, want – zie titel. En de wandelstok van mijn grootvader is ook goed van pas gekomen.
Enfin, ik hoop maar dat het snel geneest, want voorlopig ziet het er niet bijzonder goed uit: het verergert niet, maar het betert ook niet. En volgende week is er GWP, waarbij ik behoorlijk veel moet wandelen.
Ach ja, ik ben gelukkig een harde. En het is ook niet de eerste keer, want – zie titel. Juist ja.