Toen we midden maart konden inschrijven voor de sportkampen van de stad Gent, zat ik stipt om 9.00u klaar met twee computers, om toch maar te proberen binnen te geraken in de servers. Helaas is dat toen gelukt voor Wolf, maar niet voor Kobe, wegens een computerfout. Dat verhaal kon u hier lezen.
Het had geen zin om alsnog te proberen, toen, om Kobe erbij te krijgen, want dat zou betekenen dat ze aan een andere ouder, wiens kind er wél bij was, zouden moeten melden dat het toch niet gelukt was, en dat kon dan ook weer niet. Kobe stond alvast eerst op de wachtlijst.
Helaas, geen bericht dat er plaats vrij was. Deze morgen ben ik Wolf gaan afzetten, compleet met boterhammetjes en al, en had ik ook Kobe mee. Ik heb toen het probleem uitgelegd aan de monitoren, die hebben gebeld naar de stadsdiensten, en Kobe kon tóch blijven! Yay! Per uitzondering, omdat het echt wel een computerfout was geweest aan hun kant. Ik ben hem dan later deze voormiddag zijn lunchpakket gaan brengen, met een dolcontent Mereltje in het fietsstoeltje. Het wordt écht tijd dat Kobe leert fietsen, zodat ik ook Merel kan meenemen.
Enfin, de twee jongens uit huis, dat betekent de volledige aandacht voor Merel, en vooral vice versa. Merel kan goed alleen spelen, maar vindt het natuurlijk veel leuker als ze met mama kan spelen. Zucht. Ik zie het al: ik zal niet teveel kunnen doen deze week, behalve dan Merel bezighouden, en zorgen dat het huishouden min of meer gedaan geraakt.
Om vier uur heb ik Merel dan eventjes afgezwierd in de apotheek en ben de vijf sportkampers gaan ophalen: mijn twee kadetten, en Marthe, Victor en Briek, de drie Clompjes. Ik zette die drie af bij hen thuis, nam Merel weer mee, en had prompt de drie Clompjes opnieuw in de tuin: ze kwamen zwemmen (op uitnodiging natuurlijk). Er werden ijsjes gegeten, gigantische watergevechten gehouden, massa’s gespetst en geplonst, en blijkbaar was het bijzonder leuk.
Zo moeten zomerdagen zijn, toch?