De kinderen hebben de hele dag in pyama gelopen, en zelf vond ik dat er niks moest. Een rustig ontbijt, wat lummelen, vechtende kinderen uit elkaar halen, koffietje drinken in de zon die toch anderhalf uur heeft geschenen, Bart uitzwaaien die naar de Ronde ging kijken, dat soort dingen.
Eten was er nog meer dan genoeg over van gisteren, dus koken hoefde ook al niet. Merel deed een stevige dut, en ik wilde eigenlijk op mijn gemakje naar de Ronde kijken, maar helaas, de jongens verveelden zich en begonnen elkaar te ambeteren.
En dus hebben we maar geknutseld: paaseieren maken van wol. Ofte: blaas kleine ballonnetjes (type waterballon) op, drenk serieuze einden wol in lijm, en draai die rond de ballonnen. Laat drogen, prik de ballon kapot, en je hebt een mooi eitje. Enfin, da’s toch de theorie.
Ik heb behangerslijm gebruikt, en ik ben niet zeker of dat wel een goeie keus was, want ik denk dat de lijm harder moet worden dan dat. De jongens hebben zich in elk geval een ganse tijd goed beziggehouden, maar ik vermoed dat ze wat karig geweest zijn met de wol, waardoor de eitjes niet genoeg vorm zullen hebben. Soit, we zien wel, desnoods doen we het nog eens opnieuw. Als bezigheidstherapie was het in elk geval wel geslaagd, ja.
Met reepjes krantenpapier in een paar laagjes kun je alleszins dingen maken die stevig genoeg zijn om met je knokkels op te kloppen, dus ik denk dat je inderdaad wat meer draadjes nodig hebt. Ik denk dat je de draadjes misschien best gelijkmatig rond het ballonnetje draait en goed tegen elkaar duwt, dan is het één plat vlak ipv losse draadjes met hier en daar kruisingen 🙂