Vorig jaar zijn we er niet geraakt wegens Merel te klein, en buiten ook veels te koud.
Dit jaar hadden we niet echt het excuus van het weer, want het was rond de acht graden, gelukkig. Voor Merel hadden we een babysit, want ook al moet ze geen borstvoeding meer krijgen, ze is nog te klein om mee te gaan. Maar Wolf en Kobe stonden te popelen om mee te gaan, dus zaten we rond kwart voor zes in de auto, goed ingeduffeld en met sandwichen in de rugzak. We parkeerden ons in de Ferrerlaan (het Vanbeverenplein, onze vaste parkeerstek als we met de tram naar het centrum willen, stond vol), namen de tram, en stortten ons vol overgave in het gewoel.
De projectie op het Gravensteen, de ‘diamant’ in het water op de Zuivelbrug, de filmpjes op het Anseeleplein, de projectie op de graffiti op de Vrijdagsmarkt, de dansers op de Sint-Jacobskerk, de lichtkathedraal in de Belfortstraat, we zwommen tegenrichting (wat eigenlijk niet mocht) en genoten ervan. We stopten voor een warme chocomelk in de pop-up BarBuro tegenover het stadhuis, en trokken daarna verder: het prachtige spektakel aan de Post, heel even aan de lichten gaan schudden op Sint-Baafs, en dan de interactieve projectie op het Bisdomplein.
Binnenspektakels hebben we niet gedaan, omdat de rijen te lang waren en het zo al meer dan lang genoeg duurde voor Wolf en Kobe. De Zandberg zijn we stomweg vergeten, dju toch. De rest hebben we overgeslagen, omdat de route nogal lang werd.
Rond half negen namen we de tram terug, tegen negen uur zaten er twee doodvermoeide muizen in bed. En crashten Bart en ik ook in de zetel.
Foto’s, zegt u? Die heb ik met mijn onnozel cameraatje niet getrokken, want die kan je bekijken hier op Gentblogt. Uiteraard.
Ik lees dat nu op verschillende blogs. Als we het ooit op voorhand weten, willen we dat ook eens meemaken.
Gelukkig waren we vorig weekend zo ziek dat we toch niet gekund hadden (dus hoeven we ons nu niet ambetant te voelen voor dat gemis, snappie?)