Dat het lopen niet zo goed ging, is een understatement. Fietsen daarentegen, daar heb ik weinig moeite mee. Nee, ik haal geen gigantische snelheden, maar ik rijd dan ook op een doodgewone damesfiets, met een jeans en gewone schoenen aan, en zelfs een echt mamamandje vooraan op de fiets om mijn spullen in te steken.
In september moet ik nooit voor 9.20u beginnen werken, en dus kan ik alle dagen de jongens per fiets naar school brengen. Tenminste, als het niet regent, want ik heb echt geen zin om uitgeregend op mijn werk toe te komen. Vrijdag ben ik ook per fiets naar mijn school gegaan, een kleine tien kilometer heen en terug. Zalig gewoon.
Ik ben ook al een paar ’s avonds op mijn eentje een fietstochtje gaan maken. Gewoon, zomaar, voor de lol.
Maar gisterej wilde ik meer. Ik ga naar de Weight Watchers in Doornzele, en dat ligt op een acht kilometer van mijn deur. De eerste paar kilometer zijn zelfs heel vervelend, omdat ik langs de R4 moet, maar aan de andere kant heb ik nu ontdekt dat de gracht langs de rechterkant van de R4 vol staat met prachtig riet en lisdodden. En veel waterbeestjes allerhande. Wie had dat gedacht?
Want ja, ik ben per fiets gegaan. Het was mooi weer, Bart was op tijd thuis, en dus sprong ik de fiets op. Ik was trouwens op de cursus 600 gr af, wat zich deze morgen op de weegschaal vertaalde in 400 gr af. Terug gehydrateerd, zeker? Niet dat ik echt gezweet had, maar toch.
Op de terugweg begon het al serieus te schemeren, en kon ik het vestje dat ik meegenomen had, toch wel goed gebruiken. Ik heb echter nog een paar kilometer rond gereden, want ik wilde niet langs die R4 terug, en ben dus alweer de Evergemse woonwijken gaan verkennen.
Mja. Ik krijg voortdurend complimentjes over hoe goed ik er wel uitzie. Ik moet dus zien dat ik dat blijf volhouden. Voor de rest van mijn leven. Dat wel. Zucht.
Dat is een kwestie van een mentale gewoonte, dat fietsen. Mijn werk is 12 km heen. En dat lukt, gewoon op tijd vertrekken, want als ik moet doortrappen dan baal ik.