Naar de kapper gaan, da’s niet zo vanzelfsprekend met een baby van acht maanden. De crèche is namelijk drie weken dicht (ook al betalen we lekker door; handig, zo’n zelfstandigen die ook alle rechten van een werknemer willen, en daar nog mee wegraken ook omdat er nu eenmaal kinderopvang tekort is) en dus is Merel bij mij. Op zich vind ik dat niet erg, maar het beperkt je toch wel serieus, zo’n kind dat heel erg op routine is gesteld, en nog heel veel slaapt.
Al een chance dus, dat mijn kapster schuin tegenover een van mijn beste vriendinnen woont, zodat ik Merel bij Vallery mocht afzetten, en zelf ongestoord mijn haar kon laten knippen. Ik laat het niet graag wassen door iemand anders, en dat weet Marie-Jeanne al jaren, en dus stond ik op een half uurtje alweer buiten, een fris kort kopje rijker en twintig euro armer.
Ik ben gezellig bij Vallery blijven hangen, zoals gepland. Merel kreeg twee potjes binnengelepeld en vloog in bed, Vallery en ik kletsten honderduit, en zij kookte voor ons beiden, een light maaltijd. Lief hé, dat ze daar rekening mee had gehouden!
In elk geval had ik op die manier een hele fijne dag, ook al ging ik om drie uur al door: Merel moest fruit eten en werd alweer moe, en iets na vieren gingen de jongens thuiskomen van sportkamp.
En zo vliegen de dagen van een huisvrouw ook voorbij. Zucht.