Toen het NKV Oost-Vlaanderen (Nederlands Klassiek Verbond) in september aankondigde dat ze een jongerendag gingen houden, waren mijn collega Lucie en ik er als de kippen bij om ons in te schrijven, samen met alle zesdes en de vijfde Latijn-Grieks.
Deze morgen heb ik dan om half negen Merel in mijn auto gehesen, en ben op hoop van zegen naar de Blandijnberg getrokken. Officieel ben ik uiteraard nog altijd in ouderschapsverlof, maar dit wilde ik echt niet missen. Alles hing afhangen van Mereltje natuurlijk.
De eerste lezing van de dag was er eentje van Patrick De Rynck, notoir Oudheidkenner, en schitterend schrijver. Zijn lezing over Humor in de Oudheid was af en toe een beetje academisch, maar zeer te pruimen. En ik kan er u bij vertellen dat de stoeltjes in een auditorium niet ideaal zijn om een baby te voeden, maar dat dat eigenlijk nog best lukt.
Na een korte pauze, waarin Merel onbedaarlijk beginnen brullen is, werd onze groep toegewezen aan een ‘workshop’ over Obama en de theorie van de retoriek. Zeer interessant, en rechtstreeks aansluitend op wat ik in de les vertel. Helaas was Merel nog steeds aan het brullen, zodat ik het eerste deel gemist heb en rustig in ons aller seminarie van Latijnse Letterkunde heb gezeten. Ooh, the memories! Zelfs olfactorisch!
Daarna kwam er een ‘workshop’ over numismatiek. Helaas zag die mens het workshopaspect niet zitten met 35 man, en is het een lezing geworden. Interessant, dat wel, maar twintig minuten langer dan gepland, in een stoffig en warm seminarie, zodat de leerlingen (en ikzelf) ongedurig werden, en ik Merel nog eens moeten voeden heb.
In de middagpauze waren er broodjes voorzien en lag Merel netjes te slapen, in de daaropvolgende lezing over Gladiatoren in de film was ze echter weer wakker, begon ze te wriemelen en uiteindelijk te huilen. Dat, gecombineerd met het feit dat mijn rug het aan het begeven was, deed me besluiten naar huis te rijden. Het was welletjes geweest. Ik heb nog even genoten van het zalige weer, ben dan de jongens gaan halen, en ’s avonds ben ik grandioos in slaap gevallen in de zetel.
Niks meer gewoon, zeker?
Olfactorisch, haha. Heb dat altijd als ik ergens in een internaat of school kom, riekt er naar een mengeling van slechte kofie en boenwas, nog altijd, na zowat 50 jaar. En overal hetzelfde hé!!