Ik heb het gevoel dat Kobe nogal moe is van zijn voorbije kampweek. Eigenlijk verwondert me dat niet: hij gaat wel volle dagen naar school, maar daar zit een routine in, en op woensdag en in het weekend slaapt hij nog een uur of drie in de namiddag.
Gisteren wilde hij in de namiddag eerst niet slapen, want er was zoveel te doen met broer en papa. Helaas, rond vijf uur gaf hij op: hij wilde in zijn bedje, was veel te moe, zei hij.
We hebben hem niet meer wakker gekregen een dik uur later, en hebben hem dan maar rustig laten slapen. Ik had alleen schrik dat hij ’s nachts zou wakker geworden zijn van de honger, maar nee hoor, hij heeft stevig doorgeslapen tot kwart voor acht deze morgen.
Toen kroop er een klein warm lijfje met ijskoude voetjes – dat heb je met tegelvloeren – tegen mij aan, met een grote lach op zijn gezicht, en het eerste wat hij zei toen ik mijn ogen opende en hem tegen mij aan onder de dekens trok, was met een hoog stemmetje: “Mama, nu heb ik wel écht grote honger hoor!”
Waarop papa, die lieve papa, rechtsprong en meteen de croissants en chocoladekoeken ging bakken, en de eitjes ging koken. Zalig, toch?
En ja, deze middag rond half één vroeg hij opnieuw om te gaan slapen, een dikke twee uur deze keer. Ik denk dat ik wel echt een slaapmuis heb 🙂