Die laatste dagen op school zijn altijd zeer bizar. Er zit geen ritme in, en iedereen moet voortdurend nakijken wanneer hij waar moet zijn.
Neem nu vandaag: tussen half tien en één op school, om de examens te laten inkijken door de leerlingen. Ik heb ze toch wel voor tachtig procent gezien, mijn pappenheimers, zelfs een groot aantal van mijn zesdejaars die hun diploma al hebben.
Daarna zijn we met een tiental collega’s iets gaan eten/drinken op een terras, zalig gewoon. Ik heb me bij een ice tea gehouden en ben daarna naar huis gegaan, want mijn ma kwam de kinderen halen. Bart zat namelijk op een of ander event, en ik had oudercontact en daarna personeelsetentje op school. En vooral: morgen moeten de kinderen niet naar school, maar ikke wel. Ik kan ze moeilijk aan een haakje hangen, dus blijven ze bij oma slapen. Dat vinden ze trouwens de max.
Het oudercontact zelf was rustig: amper zes mensen gezien. Twee waarmee ik echt wel een goed gesprek had en advies heb gegeven, eentje die altijd komt en deze keer bijzonder blij was met de resultaten van haar dochter (die enkel maar verbetert doorheen de jaren) en dan drie die afscheid kwamen nemen en bedankt zeggen. Eén moeder van een zesdejaar, die ook steevast al die jaren is langsgeweest, en dan nog twee ouders van vierdejaars, die helaas moeten stoppen met Latijn omdat het gewoon niet langer gaat, maar die wel bijzonder enthousiast waren en het vak graag deden. Doodjammer eigenlijk. Maar ik verzeker je: zo’n bedankjes doen deugd. Echt wel.