Vandaag ben ik trots op allebei mijn kinderen.
Het was deftig weer, en Wolf kan net fietsen. Ik heb dus deze namiddag zijn kleuterfietsje achteraan op het kinderstoeltje van mijn fiets vastgegespt, de helmen in het mandje vooraan gelegd, en ben naar school gefietst. Hun gezichtjes waren goud waard. Kobe zat achteraan bij mij, en Wolf mocht – onder arendsblikken en coaching van mij – naar huis fietsen. Gelukkig is het door een rustige wijk, en is er weinig verkeer. Halverwege is hij gevallen, compleet ondersteboven. Hij huilde keihard, maar dat was meer van het verschieten dan wat anders, krabbelde recht, verklaarde dat het al wat beter ging, stopte met huilen, raapte zijn fiets op, en ging verder. Da’s wat anders dan zijn mama destijds, die zou koppig geweigerd hebben verder te gaan. Hij is daarna netjes tot aan huis gefietst, en we zweetten ons allebei steendood: hij van de concentratie en inspanning, ik van de duizend uitgestane doodsangsten.
Het eerste wat ik hier thuis gedaan heb trouwens, is zijn zadel 20 cm hoger gezet. Papa had er bij het aanleren blijkbaar nooit op gelet dat hij met zijn knietjes bijna tot op zijn kin zat.
En dan Kobe: hij gaat al lange tijd netjes op zijn potje (al vergeet hij het soms nog wel eens en zit hij toch met een nat broekje), maar sinds gisteren gaat hij ook “zelfstandig” op het grote toilet. We hebben hem een opstapje gegeven, en nu zit hij ongelofelijk trots te blinken op dat toilet. Alleen zijn billetjes afvegen, dat lukt zelf nog niet, dus er is nog steeds enige assistentie van mama of papa vereist.
Maar toch ben ik megatrots op mijn beide grote jongens. Vanavond krijgen ze allebei een flinksticker!