Toen er een bericht verscheen destijds op Gentblogt dat er een reeks lessen Gents werd georganiseerd, konden we er met drie niet snel genoeg bij zijn. Letterlijk dan wel, want de eerste reeks was dadelijk volzet. Wel kon Veerle ons inschrijven voor de tweede reeks, vanaf januari. Zeven lessen op maandag, om de veertien dagen, voor veertien euro, van half acht tot kwart over negen, gegeven door Freek Neirynck. Dik in orde!
En toen kwam de eerste les.
Mja. We kregen uitleg waarom er geen vaste schrijfwijze was voor het Gents, en dat iedereen maar moest zien op te schrijven op zijn eigen manier. Oei. We hoorden dat er verschillende types Gents waren, en dat je als ingeweken Gentenaar vaak nog de grootste Gentse woordenschat verzamelt. We luisterden vooral ook naar veel Gentse liedjes. Helaas werd daar niks mee gedaan: soms verstond je de helft niet, en dan moest je het maar vragen, zei hij. Alleen, als je het niet begrepen hebt, hoe kan je het dan vragen? Van liedjesteksten uitdelen op kopie had hij duidelijk nog nooit gehoord, daar zouden we wat aan gehad hebben. Ook de pauze van een kwartier was er wat veel aan: hij had daar als roker misschien wel behoefte aan, maar de cursisten duidelijk niet (de meesten bleven dan ook in het lokaal). Iedereen moest zich ook voorstellen in het Gents. Euhm? Is het niet de bedoeling om het eerst te leren, en dan pas te spreken? Soit, het ging voor sommigen goed, voor anderen beter…
Er volgde wel nog een reeks gedicteerde woordenschat en uitdrukking, jammer genoeg het enige echt bruikbare uit de les.
We gingen alledrie buiten met een gemengd gevoel. Mja. Volgende keer beter zeker?
Alleen herhaalde het lesstramien zich keer op keer. Er kwam af en toe een spreker in het Gents, de voertaal was uiteraard continu Gents zodat je de klanken oppikte, maar de talloze liedjes bleven onbegrijpbaar. Freek gaf ons wel huiswerk, en spendeerde zo bv. twintig minuten aan het dicteren van een Nederlandse tekst, die wij dan thuis moesten vertalen naar het Gents. Kopietje, iemand?
Zo merkte ik dat mijn enthousiasme wegebde. Ja, ik leerde wel bij, en dat vond ik wel leuk, maar dat had ik op een kwartier ook kunnen leren, zonder dat ik daarvoor bijna twee uur en een babysit moest voorzien. Ik miste een les omdat ik ziek was, en bleek het niet eens jammer te vinden. Helaas mag je maar één les missen om je ‘diplom’ te krijgen, en dat oudercontact op maandagavond was er dus te veel aan. En dus heb ik de laatste les ook maar meteen overgeslagen. We hadden wel een opstel moeten schrijven in het Gents, maar wist ik veel… Ik kan wel wat Gents, maar zoveel had ik nu ook weer niet bijgeleerd.
Conclusie? Een sympathieke Gentenaar met uitstraling heeft daarom nog niet meteen pedagogische kwaliteiten. Freek kan misschien prachtig Gents, maar als leraar heeft hij me zwaar geërgerd (wellicht ook omdat ik zelf leraar ben). Je moet ook niet aan de cursus beginnen als je nog totaal geen Gents kan, want er wordt duidelijk een basiskennis verwacht.
Jammer, een gemiste kans, vind ik.