Deze middag was Wolf gaan spelen bij een vriendje, een verjaardagsfeestje. Het is maar een paar straten ver, maar aangezien ik eigenlijk al wat te laat was en ook Kobe mee was, had ik de auto genomen. Ik moet voor zowat alles hier door ” ’t klein straatje”, een kort smal straatje zonder bewoning, dat de verbinding is tussen twee delen van de wijk en ervoor zorgt dat je een paar lichten en een hoop druk verkeer vermijdt, en het is gewoon ook korter. Iedereen hier rijdt dus steevast door het klein straatje, net zoals ik. Je kan net met twee auto’s passeren, maar het is nipt. Er staan dan ook voorrangsborden (je weet wel, rode en zwarte pijl).
Nu, ik ben dus haastig, en rijd het straatje in. Op datzelfde moment rijdt er aan de andere kant een kleine camionette in, die eigenlijk had moeten wachten, maar zich daar niks van aantrok. Kruisen ging heikel worden, dus ik houd in, maar de ander maakt geen aanstalten om te stoppen. Hmpf. Half nijdig stop ik dus, gooi de auto in achteruit, en denk: “Allez vooruit, dan zal ík maar achteruit rijden, he kalf!” Wat ik dus met een nijdige stamp op het gaspedaal doe. Bonk.
Er was intussen een dikke Volvo 4×4 achter mij komen staan, waar ik hoegenaamd niet op gelet had. Ik zat er dus bovenop. Juij. Zijn bumper beschadigd, bij mij de bumper en het kofferdeksel stevig gedeukt. Soit, wij dus papieren ingevuld, en Kobe intussen braaf zitten wachten in de auto. Gelukkig heb ik brave kinderen!
Intussen was ik stevig te laat om Wolf op te halen, maar dat vonden ze niet zo erg, gelukkig maar.
Nu nog eens kijken welke financiële implicaties dit weer zal hebben. Joepie. Not.