Na behoorlijk wat regelwerk (timing die niet schitterend was op school, en daarbij mijn verstrooide geest) had ik vanmiddag toch nog zes deelnemers aan de Olympiade Latijn. Jawel, ook die bestaat, naast de alom gekende Wiskunde-olympiade, en intussen ook de chemie-, fysica- en geo-olympiades.
Eigenlijk bestaat die zelfs al lang: dit is de 17de nationale versie ervan. Destijds, toen ik in mijn zesde jaar zat, was ze nog niet landelijk georganiseerd, maar werden er blijkbaar gewoon een paar scholen uitgenodigd. Ik was bij de gelukkigen, en heb dus vijf hilarische dagen in Arpino doorgebracht, de geboortestad van Cicero.
Want eigenlijk heet die olympiade de Certamen Ciceronianum Arpinas, en draait ze rond het vertalen van een tekst van Cicero. Ik had gevreesd voor een moeilijke redevoering, of een stuk uit zijn filosofisch werk. Mijn leerlingen kregen echter een brief voorgeschoteld uit zijn ballingschapsperiode, zoals ik die lees in het vierde jaar.
Ik kon het op zicht vertalen. Ik hoop dus maar dat mijn leerlingen er ook iets van terecht gebracht hebben. Ik ben in elk geval wel razend benieuwd naar het resultaat. Want, hoe je het ook draait of keert: een laureaat straalt vooral af op de lesgever, en eigenlijk zou ik dat bijzonder graag hebben 🙂