Dinsdagavond met mijn ouders naar de Moereloere geweest, en er het volgende artikel voor Gent Blogt bij geschreven (ze kwamen er niet uit of het in het Nederlands of het Gents moest, vandaar dat het allebei is).
Oas ge nen echte Genteneire zijt, en ge leeft al langer of dat er nen computer in ui uis stoat, tons kende de Moereloere. Margrietse, Oswald, Fred, en vroeger uuk nog Michel en Rik (en ‘k vergete der nog nen nest) ên joaren oan een stuk elke Fieste in ‘t Museetse gespeeld, en doarachter uuk nog in nen uup prochezoalen overal te velde. Tien joar geleen zijn ze dermee gestopt, ‘t wier tevele en te lange. Kanne da goe verstoan.
Moar nui ân Margrietse, Oswald en Fred der were goeste in gekrege, en z’ên tuupe me Jo Decaluwe een compiloase gemokt. ‘k Verschote wel een beetse oas ek zagge daddet nui in ‘t Tinnenpot es, en niemier in ‘t Museetse, moar alla ja, tons emme tenminste gien natte voeten niemier oas ‘t were nen drache nationale doet.
Deissendag zij ‘k mee mijn èwers goan kèke, en ‘k zagge daddet goe woas. Sommigste van de liedses oak joaren geleên al gezien, moar dadden besan nie, want ze zijn nog even goe. En de sketchkes? Awel, da’s gelijk of altijd: ‘uit het leven gegrepen’, lijk of da Oswald da zuu schuune kan zegge. Simonne, getrèwd me Richard, vertelt over ulder vakanse op nen camping oan de Côte d’ Azur, of wa dan ze tegengekomen zijn me ulder otootse in de Beekse Bergen in Olland. Of ge ziet oe dat den chef van Richard komt eten, en da zezij tevele ee gedronke…‘k E van uure waaien daddet de loatste kier zuu zijn da ze spelen: ‘k en wete nie of dat er nog koarten zijn, moar moeste kik van ui zijn, ‘k zoe ne kier belle, want ‘t is de moeite weird. Zeker wete!
Moereloere, het is jarenlang een van de vaste waarden geweest in het Gentse, en dan meer bepaald op de Gentse Feesten. De voorstellingen van deze Gentse cabaretgroep op het binnenplein van het Museetse (Het Huis van Alijn) waren legendarisch, net zoals het paniekerige vluchten midden in een voorstelling als het weer eens begon te stortregenen.
Jarenlang hebben Margriet, Oswald, Rik, Michel en vele anderen het beste van zichzelf gegeven. Tien jaar geleden hebben ze echter de lier aan de wilgen gehangen en er een punt achter gezet, tot grote spijt van velen in het publiek.
Dit jaar zijn echter drie van de vaste leden van vroeger, met name Margriet Bruggeman, Oswald Versyp en Fred Praet, opnieuw samengekomen om onder leiding van Jo Decaluwe een compilatie in elkaar te boksen. Ze zijn verhuisd van buiten naar binnen, dat wel: ik moet toegeven dat ik even vreemd opkeek toen het in de Tinnenpot bleek te zijn. De sfeer is daardoor een beetje anders, maar toen ik het midden in de voorstelling buiten hoorde stortregenen, was ik daar niet echt rouwig om.
Moereloere brengt, zoals altijd, een mix van tekst en muziek, van lollen en ernstiger momenten, maar eigenlijk altijd bijzonder herkenbaar en levensecht. Het eerste stukje is zelfs schrijnend: een oudere man zit op café, en vertelt daar aan de fictieve cafébaas dat hij ontslagen is na 24 jaar trouwe dienst: “den dienst van de carrosserie wordt gotomatiseerd, en de goeie weirkmensen worden vervange door azuu van die robotses… ”
Het overgrote deel van de sketches speelt zich echter af bij Simonne en Richard, een koppel met een tienerdochter Lucrèce. Of Simonne nu aan de telefoon vertelt van de uitstap naar de Beekse Bergen, of het heeft over de campingvakantie, je lacht je tranen. De chef van Richard komt eten en Simonne heeft teveel gedronken, of ze vertelt hoe haar vent aan het worstelen is met een nieuwe kleerkast van de Weba… Het geheel wordt doorspekt met liedjes, al dan niet komisch.
De enige voorwaarde om de voorstelling te kunnen volgen, is een basiskennis van het Gents, aangezien alles in een sappig Gents wordt gebracht. Amper één stuk wordt door Versyp in een of ander Meetjeslands dialect gebracht. Een doorgewinterde Limburger zal dus met grote ogen en niet-begrijpende blik zitten kijken, maar het aanwezige publiek zat dinsdag toch te smullen van de woordgrapjes. Echte Genteneirs dus, mijn gedacht!