Dat spelletje heb ik nu al een behoorlijke tijd in mijn bezit, en het is echt wel het soort hersenloze hack’n’slash dat ik graag doe. Zelf zou ik er tegenwoordig geen tijd meer in steken, ware het niet van Wolf: hij doet het on-ge-lo-fe-lijk graag, vraagt me wel een paar keer per dag of er misschien tijd is om ‘spookje’ te spelen, en kijkt me dan hoopvol aan met zijn liefste glimlach. En ik, tsja, ik vind het niet zo erg :-p
Hij kruipt dan voor mijn PC, start het spel op, selecteert de juiste avatar, start die op, cast de nodige spreuken, roept de nodige beestjes op, en drukt op pauze. ‘Mama, het meneertje staat klaar hoor, kom maar!’ Dan klimt hij vergenoegd op mijn schoot, stopt het stekkertje van een laptopmuisje onder mijn toetsenbord ‘om te spelen’, en kijkt gebiologeerd naar het scherm. Zodra één van mijn beestjes het leven laat, cast hij een nieuw, roept portaaltjes op, geeft commentaar, en houdt zijn adem in bij geduchte tegenstanders. Kortom, hij geniet ervan!
Hij kent alle vijanden bij naam (centauren, ichthians, gorgonen, satyrs, Charon, Cerberus…) en weet precies wat er wanneer moet gebeuren. Soms laat ik hem ook zelf spelen: hij gebruikt mijn personage, maar wel in een veel lager niveau zodat hij nog geen snelle reflexen nodig heeft.
Daarnet hebben we het spel (op het gemakkelijkste niveau) uitgespeeld met één van de personages: hij heeft wel een half uur opgewonden lopen roepen en zingen dat we gewonnen waren, en dat we Hades hadden verslagen.
Kleine jongens: schatten zijn het 🙂
De PEGI zou het moeten weten 😉
Ach ja, zelf heb ik geen problemen met kinderen die games spelen, maar alles op zijn tijd. Ik ben overtuigd van het educatieve binnen games – moest ik nooit games hebben gespeeld, mijn Engels zou heel wat minder zijn.