Kijk, daar geniet ik nu eens van se.
Ik ben daarnet Wolf gaan ophalen op school, maar dan wel te voet. Het is echt niet ver, op mijn tempo tien minuutjes, op het zijne twintig.
Ik heb de baby een warm vestje aangedaan, hem op mijn buik in de draagzak gehangen, mijn lange leren jas aangetrokken (kwestie van contrast te maken) en door de stralende herfstzon naar school gestapt. Kobe keek rond, lekker warm ingepakt, en ik genoot van de zon, de koude en de bries op mijn gezicht. De dorre bladeren ritselden onder mijn voeten, overal waren mensen in de tuin aan het werken, en het zonlicht speelde in de warme kleuren van de bomen boven mijn hoofd.
In het terugkeren liep Wolf half te dansen aan mijn hand, stapte op het boordsteentje van het voetpad, schaterde bij elke boom of paal die we niet konden vermijden en waardoor we handen moesten loslaten, en vertelde honderduit over vanalles en nog wat. Kobe genoot nog steeds, zijn oogjes half toe tegen de zon, en luisterde naar zijn broertje.
En ik? Ik zag dat ik hield van Wondelgem, en dat het goed was.
ik ben jaloers!