Inherent nieuwsgierig

Jongeren zijn inherent nieuwsgierig, dat werd me vandaag nog maar eens bewezen.

Op donderdag heb ik les in een lokaal van geschiedenis – na 30 jaar lesgeven heb ik nog steeds geen vast lokaal – en mijn jonge collega had een kaart open laten liggen op haar bureau: een kaart met alle locaties van concentratiekampen, uitroeiingskampen en speciale gevangenissen tijdens de tweede wereldoorlog.

Merel en Lieze die vlak aan dat bureau zitten, keken verwonderd naar wat die kaart precies was. Ik kwam erbij, keek even en gaf enkele woorden uitleg. En toen kwam er een aantal andere meisjes bij om te luisteren. En verbijsterd te kijken naar de hoeveelheid.

En toen spendeerde ik plots een kwartier van mijn les, omdat de anderen ook nieuwsgierig vroegen naar wat dat precies was, aan een uitleg rond de vernietigingskampen van de nazi’s. En wat de essentie was van de Endlösung. En hoe ik ooit in Praag gesproken had met een van de overlevers van Terezin, die haar hele familie had zien uitroeien en zelf overleefd had omdat ze in het kinderkoor van Terezin zat.

Ze waren muisstil en hingen aan mijn lippen. Omdat het geen leerstof was. Omdat het zo verschrikkelijk was. Omdat het, helaas, zo menselijk was. En omdat ze er zo weinig van afwisten.

Onze jeugd, daar is echt niets mis mee, geloof me. We moeten hen alleen leren wat ze moeten weten. En als dat een uitleg is in de les Latijn over het nazisme van tachtig jaar geleden, dan is dat zo. Daar kan geen leerplan tegenop.

Doorlichting

Yup, we hebben er weer van: de doorlichting! De directie is ons daar stevig bang voor aan het maken, en dat vind ik jammer. Jonge of onervaren collega’s zijn half aan het flippen en dat is niet meteen de bedoeling.

Wat doet zo’n doorlichting in essentie? Ze komen met een team naar school en doen aan kwaliteitsbewaking. Voldoen de gebouwen qua veiligheid en hygiëne? Werkt de ijskast in de leraarskamer naar behoren? Zijn er voldoende toiletten? Nu ja, dat zijn dingen waar je als school zelf niet veel aan kan doen, veel van die problemen zijn voor scholengroep of voor Brussel, want wij kunnen zelf niet beslissen om ramen te repareren of toiletten bij te bouwen, daarvoor moet er extern budget komen.

Wat ze vooral ook nakijken, is of we effectief wel valabele diploma’s afleveren. Hebben de leerlingen ook gezien wat wij beweren dat ze gezien hebben? Geven wij de juiste leerstof om de leerplandoelen en dus de eindtermen te halen? Uiteraard kunnen ze dat niet voor alle vakken, en dus zitten er enkele in de focus, vakken waarop ze zich concentreren. Daar wordt gekeken, aan de hand van jaarvorderingsplannen en agenda’s, of we alle verwachte leerstof hebben aangeboden. Daar worden dan ook toetsen en examens naast gelegd. Wanneer er twijfel is over een bepaald leerstofonderdeel, bekijken ze ook de notities van de leerlingen: als er ook daar geen spoor te vinden is, dan besluiten ze – terecht – dat een bepaald stuk leerstof niet is aangeboden en dus ook niet is verwerkt. Dat moeten we uiteraard remediëren en daar krijgen we dan enkele maanden tijd voor.

Er wordt ook grondig gekeken naar het beleid: wat is de visie van de school, hoe zit het met inclusiviteit, hoe behandelen we leerproblemen, hoe gaan we om met de onderwijsloopbaan? Remediëren we voldoende, differentiëren we waar nodig? Veel van het werk – en dus ook de angstreflex – zit bij het beleid. Ook daar kunnen wij als individuele leerkracht weinig aan bijdragen. Wij kunnen er wel voor zorgen dat we op de hoogte zijn van alle beleidsmaatregelen, zoals dat hoort, want niet iedereen volgt alles voldoende op.

Dit is mijn zesde doorlichting. Zoals Wolf zei: “Goh, mama, jij bent toch in orde met al die dingen?” Ja dus. En ik maak me geen zorgen. Ja, ik ga nog enkele beleidsnota’s nalezen, maar daar houdt het voor mij ook op. Latijn zit sowieso niet in de focus, maar zelfs dan heb ik niks te vrezen.

Trouwens, ik heb vertrouwen in onze school. Ik zou er anders mijn drie kinderen niet naartoe gestuurd hebben, toch?

English Day

Yup, vorig jaar was hij er niet, maar dit jaar dus wel weer: de English Day op school. Merel had er al tijden naar uitgekeken, ze had een speciale outfit voorzien: een prachtig plooirokje met bijpassend kostuumvestje, lange zwarte kniekousen en ik had vorige week nog speciaal in de kringwinkel een wit bloesje voor haar gekocht. Het was de perfecte outfit, en toen durfde ze plots niet meer en ging ze toch in gewone kleren naar school. Ja, ik was nijdig, ja: daar heb ik dus wel wat geld aan gehangen, en behoorlijk wat moeite ook. Bleh.

De meeste leerlingen van de lagere jaren durfden dus precies niet meedoen, en dat was wel wat jammer, ja. Ook bij de leraars was er precies weinig animo, in vergelijking met anders. Kobe was wel in kostuum gegaan, net zoals de meesten van zijn klas. En er was versiering overal. En uiteraard ook The English Theatre Company met hun bizarre toneelstukken. Oh, en mijn collega had schitterende scones gebakken met clotted cream: ze waren zalig!

Extra koorrepetitie

Zaterdag en zondag zijn er onze concerten met Cantandum: een overzicht van de voorbije vijf jaar met enkele nieuwe liederen erbij, allemaal a capella. Ik heb er wel zin in, ja, temeer daar ik deze keer ook weer de presentatie doe, maar ook sommige van de liederen als gedicht eerst mag voordragen. Het oorspronkelijke opzet was om telkens een gedicht over een kleur te brengen, maar daar vonden we echt onze goesting niet in, ondanks verwoede pogingen van onder andere een schat van een heer in het Poëziecentrum.

We wilden nog een extra repetitie voor de laatste repetitie op donderdag en dan de generale op vrijdag, maar het lokaal was niet beschikbaar. We hebben sowieso een beetje lokaalproblemen: de Spaanse Gouverneurswoning, waar we dus al jàren – ik reken Cantabile erbij – kunnen repeteren, wordt gerenoveerd. Dat was nodig wegens vochtproblemen, maar ik vrees dat we ze daarna gewoon kwijt gaan zijn aan andere dingen van Stad Gent. Jammer, ik repeteerde daar wel graag. Momenteel zitten we in de trouwzaal van het Dienstencentrum in Ledeberg, maar dat zingt niet zo aangenaam en het parkeren is er hel. En dat was zondagvoormiddag dus niet beschikbaar, zodat we uitweken naar Barts kantoor. Jawel, de White House bleek prima te zijn: een redelijke akoestiek, voldoende ruimte, veel licht en lucht… Iedereen was eigenlijk wel enthousiast, ja, en ik was best wel trots.

Het Zwanenmeer

Bart had via een vriendin die blijkbaar toch niet kon gaan, tickets gekregen voor de namiddagvoorstelling van Het Zwanenmeer in de Capitole. Omdat ik wel hou van ballet en deze klassieker nog nooit had gezien, zei ik niet nee, natuurlijk.

De Capitole is eigenlijk geen ideale zaal: omdat ze beschermd is, mag er ook binnenin niks veranderd worden, maar… de stoelen staan gewoon plat en vooral ook niet geschrankt maar gewoon recht achter elkaar, zodat je niet altijd alles kan zien. Voor een concert is dat niet zo problematisch, bij een ballet ligt dat wat moeilijker. Dat hoorden we ook meer dan uitgebreid door de commentaren van de zes zestigers achter ons, die eigenlijk niks anders gedaan hebben dan geklaagd. Tsja, als je dichter wil zitten, moet je betere kaarten kopen, toch? Maar ik zat aan de middengang en zag dus prima.

En het stuk zelf? Ach ja, bijzonder klassiek ballet dus, goed geënsceneerd, degelijke vertolking, maar niet iets waarvan je ‘wow’ zegt. Ik kreeg er geen kippenvel van, terwijl dat ik dat soms wel heb, ja.

Blij dat ik het gezien heb, maar ik heb het dan ook gezien.